Tijdens je deelname aan de Synode trok je de aandacht van de buitenlandse pers. Je was immers de enige permanente diaken daar aanwezig. Wat deed dat met jou?
‘Ik was erg verwonderd. Van de zowat 50.000 permanente diakens zijn er bijna 25.000 in de VS actief. Toch was ik de enige op de synode – als Europeaan dan nog! Het is een teken dat het ambt eigenlijk niet zo heel erg bekend is in de wereldkerk. Een traditionele vraag die ik van bisschoppen kreeg: wanneer word je dan tot priester gewijd? Het heeft wat voeten in de aarde om aan sommigen duidelijk te maken dat ik geen priesterroeping heb, maar wel ten volle diaken wil zijn en steeds meer worden.’
Wat trekt jou zo aan in het permanente diaconaat?
‘Het sociale aspect. Men zegt wel eens dat de diaken de sociale werker van de kerk is, en daar zit echt een grond van waarheid in. Als diaken word ik gezonden naar plaatsen waar de Kerk niet (vaak) aanwezig is of kan zijn. Waar mensen in de nood zitten en geen stem hebben. Ik ervaar het als een roeping om te spreken voor diegenen die niet voor zichzelf kunnen spreken en zowel Kerk als wereld erop te wijzen als we niet goed bezig zijn.’
Is er iemand die jou in het bijzonder inspireert tot die sociale gevoeligheid?
‘Ik kreeg ze van thuis uit mee. Voor mijn ouders was iedere mens gelijkwaardig, wie hij of zij ook was en wat hij of zij in het dagelijkse leven ook deed. Voor mezelf is de Regel van Benedictus ook heel belangrijk. Je moet altijd opendoen als er iemand bij je aanklopt, staat daar onder andere in, want het zou Christus wel eens kunnen zijn. Ik lees het als een radicale oproep om de mens in nood altijd te benaderen alsof het Christus zelf is. En dan kan je niet anders dan met hem of haar op weg gaan. Paus Franciscus schrijft verder aan datzelfde radicale spoor als hij stelt dat de Kerk de deuren moet openstellen voor iedereen: todos, todos, todos.’
Heb je het gevoel dat je daar zelf in slaagt?
‘De gebroken mens vind je overal. Hij of zij is ook aanwezig in ons gezin, tussen de vrienden van onze kinderen en onze eigen vrienden. Omdat ik diaken ben, durfden mensen me gaandeweg aanspreken en iets toevertrouwen over hun eigen kwetsbare verhaal. Het deed hen deugd dat ze het tegen iemand van de Kerk konden zeggen. Daarin ligt de waarde van de permanente diaken volgens mij. Omdat we een gezin hebben en vaak ook een seculier beroep uitoefenen, staan we met onze twee voeten tussen de mensen en in de soms rauwe realiteit van elke dag.’
Kan je als diaken een verschil maken voor mensen?
‘Misschien is een andere vraag belangrijker. Ik ga er een anekdote bij vertellen. Ik ontmoette eens een dakloze man die duidelijk kou en honger had. Omdat ik hem niet alleen geld wou geven, nodigde ik hem uit om samen te gaan ontbijten. Aan het eind van onze ontmoeting legde hij zijn hand op mijn hoofd. Dat de goede God u mag zegenen, zei hij in het Frans. Ik had misschien een klein verschil voor hem gemaakt. Maar belangrijker nog vond ik dat hij een verschil bewerkte in mij. Door zijn aanwezigheid mocht ik Christus ontmoeten.’
Hoe zou jij jezelf als diaken typeren?
‘Ik zie mezelf als een bruggenbouwer. Op de eerste plaats binnen mijn familie. Daarna binnen onze kerkgemeenschap, maar ook zeker tussen de Kerk en al wie zich daar buiten situeert. Elk contact begint met luisteren naar de ander. Ik hou die ander heel vaak in gedachten als ik in een viering voorga of preek. Op die manier breng ik hen voor het altaar en heel dicht bij Christus zelf. Uiteindelijk is Hij de ultieme bruggenbouwer.’
Bruggen bouwen tussen elkaar en naar God is ook essentieel voor een synodale Kerk, lijkt me.
‘Ja, ook in het synodale proces begint alles met luisteren. Luisteren naar elkaar en in dat proces de Heilige Geest ontwaren. Weet je, voor ik naar Rome vertrok, hielden we een soort van pre-synode in ons gezin. Ik vond het heel belangrijk dat mijn vrouw en onze drie zonen mee konden beslissen of ik al dan niet zou vertrekken. Is het een goed idee dat papa een maand in Rome zal zijn? Uiteindelijk zeiden we samen ja. Dat voelde als een zegening en enorme steun.’
Hoe bereidde je je voor op de synode?
‘Ik trachtte met zoveel mogelijk mensen te spreken. Ik zou immers niet in eigen naam deelnemen aan de synode, maar als vertegenwoordiger van onze kerkgemeenschap. Ik woonde ook de Wereldjongerendagen in Lissabon bij, en zag dat echt als een voorbereidende reis. Daar ervaarde ik waarom synodaliteit zo belangrijk is. Jongeren verlangen naar een Kerk die hen serieus neemt en rekening houdt met hun verwachtingen, zowel als hun vrees. Anders kan je niet met hen op weg gaan. En dat is de essentie van synodaliteit: samen uitzoeken welke wegen naar Christus leiden.’
Wat blijft jou het meeste bij van je nabije betrokkenheid in Rome?
‘Soms zeg ik als boutade: Ik geloof niet in een instituut. Het was dan ook een hele ontdekking dat het zelfs in Rome – het institutionele hart van de Kerk – over mensen en relaties tussen mensen gaat. Ik heb echt mogen ervaren dat die onderlinge relaties geïnspireerd zijn door de relatie met Christus.’
Hoe uitte zich dat tijdens de Synode?
‘In de grote openheid naar elkaar toe. Tijdens de retraite voorafgaand aan de synode was er gelegenheid om samen te eten en persoonlijke verhalen met elkaar te delen. Dat maakte dat je een persoonlijke band met andere deelnemers kon smeden en de ander ook van harte kon benoemen als je broer of zus. Een broer of zus wil je graag begrijpen. Je durft elkaar vragen stellen. Het is zelfs mogelijk om aan het einde van de rit aan elkaar zeggen dat je het toch anders ziet, zonder dat dit verschil in visie de relatie in de weg staat.’
Waar gaan die verschillen in visie meestal over?
‘Het ambt van de permanente diaken, die in het Westen meestal gehuwd is, doet in vele landen de wenkbrauwen fronsen bijvoorbeeld. In de wereldkerk bestaat er bovendien veel diversiteit rond de vraag naar de rol van de vrouw in de Kerk, het omgaan met homoseksualiteit en bio-ethische kwesties.’
Was de Synode succesvol in jouw ogen?
‘De verschillen blijven en op lang niet alle vragen is er een antwoord. Maar dat mochten we ook niet verwachten. Het grote succes zit volgens mij in het feit dat mensen van over de hele wereld een maand lang samen aan tafel zaten en elkaar respecteerden in wat ze aan elkaar vertelden. Zelfs als ze diametraal tegengestelde visies hadden. Dat spreken met in plaats van over elkaar is een broos maar krachtig teken van hoop in een wereld die vandaag zo gepolariseerd is.’
Is de afstand die hiërarchische verschillen scheppen daarmee ook voor een stuk overstegen?
‘Ik denk dat wel. Als je elkaar ziet als broer en zus, met Christus als grote Broer en God als Vader, dan zit je als gelijkwaardigen samen, als gedoopten in Christus. Paus Franciscus heeft op dat vlak ook een historisch teken gesteld door het slotdocument van de synodalen te bekrachtigen, als had hij het zelf geschreven.’
Hoe zie je het proces verder verlopen?
‘Veel zal afhangen van de ijver om de synodaliteit ook plaatselijk te verankeren. Een van de punten in het slotdocument is bijvoorbeeld dat er in elk bisdom diocesane en pastorale raden moeten zijn. Als we het document lezen als een checklist, zouden we kunnen besluiten dat die raden er al zijn in onze bisdommen. Maar de vraag is of ze ook al synodaal zijn in hun manier van werken. Zijn jongeren en mensen in armoede er bijvoorbeeld in vertegenwoordigd? Kan iedereen meebeslissen of spelen er processen die een akkoord afdwingen met degene die het hoogste woord voert?
Hoe kunnen we er het best aan beginnen?
‘We hoeven niet te wachten tot er een volgende concrete vraag komt vanuit Rome of het bisdom waar we toe behoren. Elke gedoopte kan beginnen op de plaatsen waar hij of zij actief is. Die verantwoordelijkheid is ons gegeven. Maar ze vraagt wel om een bekering. Een bekering die in staat stelt om synodaal of synodaler te gaan werken.’
Bron: ortheo.be