De katholieke hulporganisatie Kerk in Nood heeft deze week haar rapport Vervolgd en vergeten? gepubliceerd, waarin de geloofsvervolging in 22 landen voor de periode 2020 tot 2022 wordt gedocumenteerd. De studie wijst vooral het jihadisme en religieus geïnspireerde nationalisme met de vinger als belangrijkste motieven voor de geloofsvervolging van christenen.
In Afrika is er vooral de uitbreiding van jihadisme in de landen van de Sahelregio, terwijl er in Azië een toenemende repressie is door autoritaire regimes. Niet alleen in Noord-Korea, maar ook in China staan christenen almaar vaker onder toenemend staatstoezicht. In dit deel zorgt ook het etnisch-religieus nationalisme voor steeds meer bezorgdheid. Dat is onder meer het geval in India en Sri Lanka, met de grote macht en invloed van respectievelijk hindoeïstische en boeddhistische nationalistische groeperingen.
Een extra bron van bezorgdheid is volgens Kerk in Nood de aanhoudende emigratie van christenen uit het Midden-Oosten omwille van economische tegenslagen, maar ook als gevolg van het geweld in landen als Syrië. In Irak is het aantal christenen sinds 2014 zelfs gewoon gehalveerd, terwijl er weinig vooruitgang wordt geboekt in de erkenning van de rechten van de christelijke minderheid.
Bron: Kirche in Not