Coronacrisis voor arme landen een ramp

Veel mensen in landen als Bangladesh, Burkina Faso, Colombia, Ghana, Kenia, de Filippijnen, Nepal, Rwanda en Sierra Leone hebben zware economische klappen gehad door de eerste Covid golf en wisten vaak niet waar hun volgende maaltijd vandaan moest komen.

Een internationale groep onderzoekers, waaronder ontwikkelingseconoom Maarten Voors van Wageningen University en Research deden telefonisch onderzoek bij meer dan 30.000 mensen in deze lage en middeninkomenslanden. Zij hoorden dat de meeste huishoudens financieel achteruit kelderden tijdens de pandemie en moeite hadden om aan genoeg voedsel te komen. Het hele onderzoek is te lezen in het gezaghebbende magazine Science Advances.

De Covid pandemie en bijbehorende maatregelen hebben wereldwijd voor economische achteruitgang en malaise gezorgd. Maar lagere en middelinkomenslanden werden economisch het hardst geraakt. De ondervraagde huishoudens zijn deel van de zogenaamde informele economie, waar officiële cijfers geen vat op hebben. Je moet dan denken aan mensen die werken op boerenbedrijfjes, in naaiateliers, marktkooplui en de vervoersbranche.

Vijftig tot tachtig procent van de huishoudens in Bangladesh, Burkina Faso, Colombia, Ghana, Kenia, Rwanda en Sierra Leone zagen hun voedselzekerheid achteruit gaan, met grote onderlinge verschillen. In Sierra Leone was het probleem het grootst. Hier was 87% van de huishoudens gedwongen maaltijden over te slaan. In Kenia hadden 48% van de huishoudens honger en op het platteland in Bangladesh was dit percentage 69%.

Bron: persbericht Wageningen Universiteit & Research 5 februari 2021