Op het feest van Sint-Stefanus, de eerste martelaar van het christendom, heeft de paus gebeden voor de christenen die om hun geloof vervolgd worden.
Het geloofsgetuigenis zoals dat van Sint-Stefanus, is meer dan een mooi voorbeeld, zei paus Franciscus gisteren zaterdag 26 december, tweede kerstdag en feestdag van Stefanus, een van de eerste zeven diakens (of protodiakens in de jonge kerk van Jeruzalem) én de eerste martelaar op de liturgische kalender. Zulke gebaren van liefde zouden de geschiedenis kunnen veranderen, sprak de paus. Want het getuigenis van Stefanus zette bij de christenvervolger Saul iets in gang wat uiteindelijk zou leiden tot diens roeping. Op weg naar Damascus werd Saul immers de apostel Paulus. De paus riep op om te bidden voor alle christenen die wereldwijd omwille van hun geloofsovertuiging ook vandaag nog altijd worden vervolgd. En er zijn er helaas heel veel, meer dan in de begintijd van de Kerk, beklemtoonde de paus.
Radicale navolging
De paus benadrukte dat het martelaarschap van Stefanus het resultaat was van een radicale navolging van Christus. In de Handelingen van de Apostelen staat te lezen hoe Stefanus net als Jezus heeft gebeden voor de vergeving van zijn vervolgers. De oproep getuige te zijn van Jezus geldt ook voor ons. De Heer wil dat we van het leven een buitengewoon werk maken door middel van gewone gebaren, de gebaren van elke dag. Waar we ook wonen, in het gezin, op het werk, overal, zijn we geroepen om getuige te zijn van Jezus, al was het maar door het licht van een glimlach, een licht dat niet van ons is: het is dat van Jezus, en al was het maar om de schemeringen van gebabbel en roddels te ontvluchten. En als we iets verkeerds zien, dan – in plaats van kritiek te leveren, te roddelen en te klagen – bidden we voor wie verkeerd heeft gedaan en voor die moeilijke situatie.
Bron: kro-ncrv.nl/katholieknieuws 27 december 2020