In de kloostertuin van het Catharijneconvent in Utrecht vult straatpastor Wieke de Wolff (57) een dienblad met waxinelichtjes. Vanuit het museum klinkt luide muziek die hoort bij de tentoonstelling over gospelmuziek die er tijdelijk te zien is. Een man in korte overhemdsmouwen vraagt of er veel mensen komen. ‘Ik verwacht van wel’, zegt De Wolff. Dan haalt hij een trompet uit een koffer en zet hij We shall overcome in, dwars door Shirma Rouse heen.
Het is even na tienen, en het is Allerzielen, de dag waarop volgens de rooms-katholieke traditie de overledenen worden herdacht. Over krap een halfuur begint in deze museumtuin een herdenkingsbijeenkomst voor dak- en thuislozen die in de stad Utrecht zijn overleden, en voor mensen die er anoniem zijn gestorven, dus zonder familie.
Middelpunt van de herdenking is een rode kornoelje. Oud-straatpastor Bart van Empel (77) hangt metalen plaatjes in de boom met daarop de namen van mensen die het afgelopen jaar zijn gestorven. Elk jaar, sinds 2014, komen er een paar van zulke plaatjes bij, en inmiddels hangen er ongeveer honderd in de boom. Al die namen zullen zo dadelijk worden voorgelezen, en voor iedereen zal een waxinelichtje worden aangestoken.